VS tegen Chastain. Jury-instructies zijn lastig! Omdat "de wet op draadfraude alleen traditionele eigendomsbelangen bereikt," moeten we beslissen of vertrouwelijke bedrijfsinformatie kwalificeert als een traditioneel eigendomsbelang, zelfs als het geen commerciële waarde voor het bedrijf heeft. Ciminelli, 598 U.S. op 316; zie ook Cleveland, 531 U.S. op 24. We concluderen dat dit niet het geval is. Net als vertrouwelijke bedrijfsinformatie zijn handelsgeheimen immaterieel en worden ze vertrouwelijk gehouden, maar ontvangen ze juridische bescherming. Een handelsgeheim heeft commerciële waarde. Informatie kan niet kwalificeren als een traditioneel eigendomsbelang als de houder geen economisch belang heeft in het exclusieve gebruik ervan of in het anderszins vertrouwelijk houden van de informatie. De rechtbank instrueerde de jury dat de overheid niet hoefde aan te tonen dat OpenSea een commercieel belang had in de informatie over de uitgelichte NFT, zolang de informatie "verworven of gecreëerd was door [OpenSea] voor een zakelijk doel" en OpenSea "deze informatie zowel beschouwde als behandelde op een manier die het exclusieve recht van het bedrijf op die informatie handhaafde." Als de wet op draadfraude gedrag criminaliseerde dat slechts afweek van traditionele opvattingen over fundamentele eerlijkheid en eerlijk spel, "zou bijna elke misleidende daad crimineel kunnen zijn." Op basis van dit dossier kunnen we niet met zekerheid concluderen dat de jury Chastain niet heeft veroordeeld op de theorie dat, hoewel de informatie over de uitgelichte NFT geen commerciële waarde had voor OpenSea, Chastain desondanks onethisch handelde door de informatie voor zijn eigen voordeel te gebruiken. Als gevolg hiervan vernietigen we het vonnis van veroordeling voor draadfraude en voor witwassen dat gebaseerd was op de fraude.