Een van de opmerkingen die ik het meest ontvang is: "Het probleem zijn niet de pensioenen, het zijn de lage salarissen; vecht voor hogere salarissen en dat is het." Laten we eens kijken waarom dit argument niet standhoudt. Ten eerste negeert het volledig wat er in de afgelopen drie decennia is gebeurd. Sinds 1995 is het gemiddelde pensioen met bijna 2% per jaar in reële termen gestegen, terwijl de compensatie voor werknemers nauwelijks is veranderd. Het zijn niet zomaar een paar slechte jaren: we hebben drie decennia met slepende salarissen. Maar nu lijkt het ons een goed idee om te vertrouwen op het feit dat deze trend zich als bij toverslag zal omkeren. Ten tweede, laten we ons voorstellen dat morgen de heilige geest neerdaalt, de planeten zich aligneren en de salarissen beginnen te stijgen met hetzelfde tempo als het gemiddelde pensioen (of meer). Goed: zonder de genereusiteit van het systeem te verminderen of publieke middelen van andere posten af te trekken, zou het systeem nog steeds niet kloppen. Waarom? Vanwege de demografie. Met de bevolkingsstructuur die we in 2050 zullen hebben en de huidige regels, zelfs met zeer optimistische aannames over de productiviteitsstijging, kloppen de cijfers gewoon niet. Je kunt zoveel geloof hebben als je wilt in groei en sociale mobilisatie, maar wanneer er twee gepensioneerden zijn voor elke drie werknemers, vergeven de cijfers niet.